De windturbines van de Prins Hendrikkade

27 September 2015



Een gevoel voor eeuwigheid, dat een zeer prettige is, althans, dat ervaar ik, krijg ik van het niet hebben van afspraken. Één van de geijkte afspraken is het boeken van je zomervakantie. In Nederland is er in de zomer al jaren een run op de transportmiddelen. Als vlooien van een net gedruppelde kat vluchten de inwoners dan zo ver mogelijk weg van hun habitat.

Lange tijd is het me gelukt om te ontsnappen aan het eeuwigheidsmonster met zijn vakantiehuisjes en zijn vluchtarrangementen. Ik deed gewoon niet mee. Ik ging nergens heen. Maar eind augustus dit jaar, ja eind augustus, had mijn zus al een mogelijkheid voor de volgende zomervakantie geopperd, en in september mijn vader en mijn zoon. Daar is mijn visioen op de oneindigheid gegaan.

De eeuwigheid ligt ook in de ruimte. Onze blik rustend op de verre horizon geeft ons een indruk daarvan.
Daarom zijn die windmolens in het IJsselmeer ook niet goed. Het is niet enkel een kwestie van esthetiek, het gaat om dat lekkere gevoel (de estheten zullen tegenwerpen dat esthetiek die functie sowieso heeft). Van eeuwigheid. Van ik kijk zo ver ik kan en zie helemaal niets. Ergo daar ís niets. Dat geeft veel rust. Zeker als op dat moment een golfje IJsselmeerwater aan je voeten komt sterven. En nog één, en nog één.

Op dat moment laat je je economische zucht varen.

Op kleinere schaal ook. De eerste woning die ik betrok stond aan de Prins Hendrikkade. Als ik uit mijn post-middeleeuwse ramen keek zag ik de 10-baans weg. Omzoomt door een romantische ventweg begroeid met eeuwenoude bomen. Een rij burlesque schepen in pianoligging, op een meer, en daar ver aan de overkant, achter een heus Chinees paviljoen in aanbouw (ik heb de bouw meegemaakt!) een zooitje loodsen uit het ijzeren tijdperk. 

Dat gaf een gevoel van eeuwigheid.

Dat meer, die loodsen daar ver weg aan de overkant. Waar je nooit ging, want bedrijven met hekken (wist jij veel dat je daar wel mocht, om brieven te posten bijvoorbeeld, want één van die loodsen was werkelijk de Post. De echte, de triage zelfs.)

Een paar jaar geleden hebben ze daar een enorme boulevard van gemaakt. Compleet met design café's en een rivier toeristen + het obligate feel good-project, de bibliotheek, high tech, luxueus en uiteraard zonder boeken (of misschien hebben ze ze wel maar daar komt niemand voor, en die zijn sowieso onzichtbaar). En het conservatorium.

En dáár zit het m in. Dat conservatorium. Dat vermaledijde conservatorium heeft mij mijn eeuwigheidsgevoel van de Prins Hendrikkade afgepikt. Met zijn kapsonesbord met die koeienletters van 2 meter hoog elk. Die ik vanaf de overkant van het water zie. Elke. keer. Die daar pontificaal hangen te bewijzen dat het HEUS NIET ZO VER IS HOOR en die nooit meer weggaan. Die klote letters van dat klote conservatorium. De windturbines van de Prins Hendrikkade.


- Aanraders -