Dorp

10 Oktober 2012



 
Toen ik 28 jaar geleden hier neerstreek, na in megapolen als Parijs en Tokio te hebben gewoond wist ik zeker: dát niet meer. Het moest iets kleiners worden, iets intiemers, iets waar je bekenden spontaan op straat tegenkwam. Het werd Amsterdam: het dorp der dorpen, maar toch kosmopolitisch en vol Kunst met een grote K. Een ideale, en zeldzame, combi.
 
Maar Amsterdam barstte de laatste jaren zo snel uit haar voegen dat het me naar de keel greep. Voelde me steeds meer een vreemde in eigen stad. Tot deze week, want toen gebeurde dit:
- in een onbekend stukje Zuid knalde ik tegen oude makker en stadsverfraaier Fabrice. Hij was een schilderij van hem aan het vermozaïeken. Dat gaat ie doen: al zijn stadsguerillakunst vermozaïeken. Voelde vertrouwd, lief en lekker ouderwets Amsterdams.
- de tram moest opeens keihard remmen: een cantaatje had besloten midden op de rails te wachten op het groen. Aan het stuur niemand minder dan mijn buurvrouw, met een ontzettend kwaad en grappig gezicht.
- 's avonds in de bushalte stond een big brass band een uur lang de sterren van de hemel te spelen. Ze wachtten op de bus, die verlaat was. 
- de tram moest wederom vol op de rem: een troep ganzen stak de drukke rotonde over. Twee ganzen en vier genten, in loodrechte rij, op hun gemakkie. De tram heeft zeker vijf volle minuten gewacht.
 
Het zijn kleinigheden, maar juist kleinigheden maken van een stad een dorp.  
 
 
 
Op AT5.nl gepubliceerd.
Tags: Amsterdam

- Aanraders -