Pliessie

8 Juni 2012



Een van de dingen die mij verbaasde toen ik naar Amsterdam kwam in 1983, was de bijzonder redelijke opstelling van de politie jegens de burgers. Had je iets fouts gedaan op straat, dan werd je erop aangesproken. Als je beleefd bleef, dan werd er in alle rust met je gebabbeld over het voorval. Had je het in je om op zo'n moment aannemelijk berouw te tonen, dan bleef het er ook bij; je was weer vrij om te gaan, onbeboet. Het werkte goed: vooral jongeren zijn vatbaarder voor een vriendelijk gesprek dan voor een autoritaire benadering.

Zoals in Frankrijk, waar ik vandaan kwam. Een paar jaar eerder had ik met mijn nicht afgesproken voor de deur van de concerthal in Porte de Versailles: James Brown trad er op. Ik kwam echter te laat, het concert was begonnen en zij was al binnen, met de kaartjes. Ik mocht er niet in. Omdat ik bij haar zou logeren bleef ik wachten voor de deur (de gsm-loze tijd, mensen). Opeens kwam er out of the blue een horde ME-ers op mij af, en die wilde mij slaan. Ik vroeg beleefd waarom, kreeg geen antwoord. Ik was in die tijd nog erg jong en zag eruit als de rijkeluisdochter die ik was: keurigheid ten top. Om me heen vluchtten allerlei jongeren in paniek. Ik begreep er niets van, en wou niet wegrennen: ik had immers niets fouters gedaan dan een kwartiertje te laat aankomen. Maar ik moest wel. Later begreep ik dat ze het op dealers gemunt hadden. Ik heb het altijd als een groot onrecht beschouwd, en nog meer als een hele domme manier om om te gaan met je burgers.

De opluchting was dus groot toen ik merkte dat het er heel anders aan toe ging in Nederland. De politie was hier redelijk. De agenten maakten onderscheid. Keesu bai keesu zouden de Japanners zeggen.

Vorige week gebeurden echter twee voorvallen waarvan ik, na het zien van de beelden, me afvraag wat er van die mentaliteit over is. De eerste is de aanhouding door stadswachters en dienders van een toerist die de verkeerde kant op fietst voor het Centraal. De tweede is het inhakken op een groep jongeren die een pand willen kraken in de Simon Stevinstraat. In allebei de gevallen spreken de beelden boekdelen: het geweld is buitensporig, de omstanders geschokt.

Voor mij betekent dit een breuk in het tijd-ruimtecontinuum. Zijn we terug in de jaren '50? Toen agenten een sabel droegen en niet aarzelden om die te gebruiken? Zijn we in een ander land? Zoals in de rest van de wereld, waar ze autoritair omgaan met burgers? Zijn we Amsterdam kwijt?



Op AT5.nl gepubliceerd.

- Aanraders -