Homo eco

16 Juni 2021



 


 

 

 Mevrouw Hazenkraak besefte: ze was op het platteland in een vechtgebied terechtgekomen.

Er was een oorlog gaande tussen de milieubewusten en de aanhangers van kaalgeschoren gazon.
 

Zelf behoorde zij, metropolitaan die ze was, tot de eerste categorie. Haar eerste aanschaf bij aankomst  was een zeis geweest. Daarmee had zij een bloedhete zomer 2019 lang gepoogd de wildernis te lijf te gaan. Tot zij op een ochtend haar kopje thee niet kon optillen. Ook een pagina van de azijnbode leek wel van verrijkt uranium: ze kreeg het niet omgeslagen.“Een typisch geval van zeisarm” had zij geconstateerd.

Dientengevolge een machine gekocht bij Henk Benzinetank. Een ouderwetse, die je moest duwen. Op het platteland had niemand meer zoiets. Iedereen zát op zijn maaier, als op een botsauto. Het waren ook altijd mannen. Jongens, als zij voorradig waren in desbetreffende huishouden, bij wie de drang om zo'n voertuig te besturen de puberhaat voor klusjes steevast overwon.

 

Hier en daar had mevrouw Hazenkraak ruime ecozones met rust gelaten. De achterweide had ze twee zomers lang gekortwiekt, tot ze dit jaar besloot ook die aan de natuur over te laten.

Spoedig was de buurman van 2 huizen verderop op haar afgestapt. Of zij zijn gemotoriseerde handmaaier soms nodig had. Mevrouw Hazenkraak wist een hint te herkennen wanneer ze er eentje tegenkwam.

“Graag” had zij geantwoord.

En ze was overgegaan tot het maaien van ook de achterweide.

 

Dan maar minder eco.

 

 

 

 

 

- Aanraders -