Zomergasten recensie: Lilian Gonçalves-Ho Kang You

15 Augustus 2011



[Waarschuwing vooraf: dit artikel bevat gruwelijke beschrijvingen]
Het is een dun koordje waar je op balanceert als presentator van een kwaliteitsprogramma als Zomergasten: aan de ene kant wil je de kijker iets te bieden hebben. Je verkoopt hem geen knollen voor citroenen. Het moet body hebben, intellectuele uitdaging oproepen, de hersencellen laten kraken. Tegelijkertijd moet je hem wel weten te boeien; in 3 uur tijd zullen er plenty gelegenheden zijn waar de zapzin zijn kop op zal steken. Je zult dus moeten entertainen. Hoe moeilijk viel dit ten dele aan Jelle Brandt Corstius gisteravond, met de immer op haar woorden lettende Lilian Gonçalves-Ho Kang You.

Het leek wel wetenschap. Je vermoedt dat je er iets van zult opsteken, dus blijf je kijken en gebeurt dat ook, maar je boeien doet het maar niet. En maar niet en maar niet. Er zijn thrillerachtige fragmenten waar je u tegen zegt, onwelgevallige stukken over Suriname die destijds achterover zijn gedrukt of op “enigerlei wijze” verdwenen, angstwekkende beelden van Afghaanse kleuters die een steniging naspelen, Liberiaanse vrouwen die een nep-vredesoverleg omturnen in een echte, weduwen die de beul van hun man vergeven nadat hij hen in geuren en kleuren heeft verteld hoe zij hun man reep na reep hebben gevild, en toch is het niet gelukt. Geen puntje-van-je-stoel-moment, geen ik-hou-mijn-adem-in, enkel een monotone uiteenzetting van gruwelijkheden die je haast onberoerd aanschouwt, en waarvan je na afloop opgelucht bent dat het achter de rug is.

Het bot waar Jelle zijn tanden op stuk heeft gebeten heet de advocatuur. Mevrouw Gonçalves was advocaat. Advocaten zijn gepokt en gemazzeld in hun woorden op een goudschaaltje leggen: het is hun beroep, je zult ze nooit betrappen op het formuleren van iets onzinnigs. Hoe nodig dat blijkt te zijn, even iets geks uitflappen gedurende een gehele avond tv kijken, bleek gisteren. Het gaat niet aan constant op je woorden letten, alle details zorgvuldig wegen voor je ze aan het hongerige volk voert. Het hoeft niet op de millimeter te kloppen, sterker nog: het MOET niet. Het is een doodzonde. Jelle heeft het wel geprobeerd, haar los te weken, maar het mislukte jammerlijk. Hij sprak iets over haar flirterige houding, dat ze waarschijnlijk van de tropen had – “flirten als sport”... Waar? Wanneer? Zij was zo stijf als een hark. Hij probeerde coûte que coûte ontspannen te blijven, en ik vond hem manmoedig hierin, maar iets van haar rigiditeit sloeg op hem over.

De fragmenten hebben de avond gered. Wie zal in staat zijn om dat Afghaanse kleutertje uit zijn geheugen te wissen, dat gevangen werd in het gruwelijke spel van een horde macho's in de dop, klaar om haar te stenigen omdat ze naar school wilde gaan? Het fragment werd door mevrouw Gonçalves ingeluid met dat we zouden zien wat de oorlog doet met een kind – Guantanamo Bay werd er zelfs bijgehaald. Met de beste wil van de wereld kon ik geen van beide erin ontwarren. Het enige wat ik zag was het product van een strenge patriarchale cultuur en het nadoen van hun vaders, ooms en grote broers, die immers niet terugdeinzen om een meisje van 10 uit te huwelijken aan een despoot die haar neus en haar oren afhaakt als ze probeert te vluchten. Lilian koppelde dit aan de mondiale feminisering van de armoede, waarop Jelle, helaas, niet inging.

Het fragment over de Zuid-Afrikaanse Waarheidscommissie (vanavond om 21 uur te zien op Hollanddoc) waar Mamasela, leider van een bloeddorstige eenheid, de weduwen en zus van drie afgeslachte mannen in geuren en kleuren vertelt hoe zij hen vermoordden was hemeltergend. De vrouwen liepen naar het overleg toe met uitspraken als: “They didn't look sorry, it was as if they killed a dog.” De beul ontving ze. Er heerste kalmte en waardigheid, wat contrasteerde met de inhoud van zijn verhaal. Hij had spijt. De vrouwen voelden dat. Samen gingen zij naar de plek des onheils. De vrouwen wilden graag een grafsteen, een herdenking. Het belang dat zij daaraan hechten trof mij. Zij vergaven de dader, alle vier. De zus ging zelfs zo ver dat ze wierp: “I forgive and forget.” Haar moeder tegensputterde: “No, no, we can't forget.” “Oh yes” zei ze dan, en ze maakte een wijd en krachtig wegwerpgebaar “I forget, I forget.” Nogmaals was ik getroffen door de vergevingsgezindheid van de Afrikanen. Eerder had ik dat in een documentaire over de Hutu's en de Tutsi's gezien: die nadat de strijdbijl begraven was ceremonieën hielden ter uitdrijving van de demonen (of waren dat tribunals?) waarna alles weer normaal leek te zijn: daders van onmetelijke gruweldaden bleven leven te midden van  (en zelfs huwen met) dorpsgenoten van wie ze de familieleden hadden afgeslacht. Toen net als gisteravond, besefte ik hoe weldadig dit is: zand erover en we starten opnieuw. Natuurlijk moet je bij vergeven, zoals Lilian juist opmerkte, in de gaten houden wat er met je vergeving verder gebeurt: wordt er geen misbruik van gemaakt om weer de fout in te gaan, de nagedachtenis eerbiedigd, worden de nabestaanden correct behandeld? Het laatste wat je wilt is op naïeve wijze je vertrouwen schenken aan iemand die dat niet verdient, die tot walgelijkheden in staat is, zoals de gewezen dictator van Liberia, Charles Taylor, die de verkiezingen won met de slogan: “He killed my pa, he killed my ma, but I will vote for him.” Maar toch is de Afrikaanse carpe diem-mentaliteit bewonderendswaardig: je weet immers niet van tevoren waar de wind vandaan zal waaien. De vriend van vandaag kan heel goed de vijand van morgen zijn. En andersom.

We hebben vooral geleerd over Suriname. De decembermoorden in de nacht van 7 op 8 december 1982, toen de coupplegers onder leiding van Desi Bouterse 15 opponenten ombrachten kregen een gezicht: de man en de broer van Lilian behoorden tot de slachtoffers. We zagen hoe de huidige, op democratische wijze gekozen, president van het land de moord op een gevangene goedpraatte “I have a revolution to lead” of iets in die strekking, maar dan in het Sranantongo. Ja, ooit was er bezieling om het land weer op te bouwen, er waren plannen, er was geld, maar die plannen mislukten jammerlijk. Het waarom werd zorgvuldig uit de uitzending gehouden – is de waarheid te pijnlijk? Aan het einde vroeg Jelle:
-Zou je terug willen keren naar Suriname?
waarop zij loog:
-Dat hangt van de omstandigheden af.
Suriname is een land waar zij nimmer zal terug keren. Zij is nu een dame uit de betere kringen, naast de voorzitterschap van Amnesty International zetelt ze in de Raad van State, zowat het meeste potente orgaan des lands, de club die op onherroepelijke wijze over ieders lot beschikt, en die op de koop toe een adviserende functie bij de Senaat heeft. Wat zou zij in hemelsnaam in Suriname moeten, hoe lief of aangenaam dat land ook wordt?

Hij sloot af met: “Ik wil je bedanken voor de weloverwogen woorden”, wat een bezoeking was. Gelukkig werden we alvast warm gemaakt voor de aflevering van volgende week, waar een knotsgekke kunstenaar ten tonele zal verschijnen. We houden je eraan, Jelle. Laat het vonken!


Ook op Nurks en Kutbinnenlanders gepubliceerd.


- Aanraders -