Foute architectuur
17 Januari 2012
(1) zich niets aan te trekken van de stedenbouwkundige structuur van die buurten,
(2) woonblokken van povere architectonische kwaliteit neer te zetten,
(3) waarvan de doodse plinten een levendig straatbeeld onmogelijk maken en
(4) de traditionele menging met kleinschalige bedrijvigheid te vervangen door monofunctionele woonbuurten.”
Iets wat je niet kan zeggen van alle lievelingetjes van bovenstaande heren. Laten we wat voorbeelden noemen:
– De koopwoningenkolos uit de jaren nul, die diep steekt in het “Baaitje van Frankfurther” ten noorden van de Ezelsbrug: nauwelijks balkons, waar het Schaefferiaanse gebouw ernaast enorme raampartijen en terrasjes heeft bij elk appartement.
– Het zojuist gerenoveerde Oostenburgcomplex uit het jaar 1874: de woningen liggen gezonken tussen de tanden van een bakstenen kam, op plekken die de zon nooit bereikt.
– Op Wittenburg staat er een architectonisch juweel: het Vierwindenhuis. En toch hebben bewoners aan de waterkant geen goed zicht op de mooie gracht, en liggen de vrijstaande huizen op de nok in elkaars schaduw.
– Uit het verslag van een bezichtiging op Oostenburg in de rubriek Eigen huis (Parool) op 9 december, blijkt het in tenminste één van de de stokpaardjes van de architectuurliefhebbers helemaal niet zo geweldig wonen. Ik citeer: “Alle slaapkamers zitten aan de galerij. Dat betekent dat je 's nachts alles wat in de hal gebeurt, feilloos kunt volgen.[...] Groot nadeel van de slaapkamer aan deze zijde is dat je het raam niet open kunt doen en je kamer dus niet goed kunt luchten.” Sic . Daar zijn wel veel balkons te zien, maar die zijn zo onpraktisch minuscuul dat niemand er ooit zit. Ze ontnemen bovendien het zonlicht van alle woonkamers.
Kortom: uiterlijk vs wooncomfort. Een strijd die wat mij betreft niet over de rug van de Schaefferiaanse bouw op de Oostelijke Eilanden mag gaan: die stijl zou met een beetje goede wil heel erg in kunnen zijn. Vintage jaren '80-bouw.