Op de begrafenis van onze aller Cocky
Zouteriks sprak vriendin E. de woorden: “Hij was het buurticoon.”
De buurt dat is 1012, het Amsterdamsche epicentrum. Maar het icoon
dat was en is, hoe fantastisch en kunstzinnig en knap hij ook was,
niet Cocky, maar
Rob
Schrama.
Toen ik nog met Mr. Oud Zeikwijf in
1012 latte kwam ik hem regelmatig tegen. Met zijn fiere, snelle tred,
zijn immer raafzwarte colbert en dito skinny jeans, zijn
puntschoenen, zijn kingsize peroxydekuif, trok hij de aandacht.
Het enige wat ik van hem wist was dat
hij verbluffende kunst maakte, waarvan het oogstrelende gehalte het
abstracte overtrof (het is abstract, voor zoverre ik iets daarvan
weet), wat een nostalgisch gevoel gaf van buiten de idiotie van de
moderne kunstregels te staan. En dat hij internationaal bezig was met
kunstprojecten, iets met licht en met piramides. Voor de rest was hij
een enigma. Een flamboyante enigma. Vanwege dat flamboyante had ik
hem in de gauwigheid het etiket homo opgeplakt. Ik mocht hem meteen.
En met mij heel de culturele onderbuik van Amsterdam, mijn biotoop.
Rob Schrama was een begrip.
Tot Rob zich op een blauwe maandag via
via tot mij wende. Hij maakte een retrospectief van wijlen mijn
meester Jasper Grootveld en wilde er het drijvende eiland dat ik
onder leiding van Jasper had geknoopt bij betrekken. Bij die
ontmoeting kwam ik erachter dat Rob zo hetero als de metro is, een
vader zelfs om precies te zijn. Ik vatte toen iets op van zijn zorgen
om Israël en Palestina. Hij was verwoed bezig die twee door middel
van kunst (die
lichtpiramide!!)
in een verzoenend gebaar tot elkaar te brengen: Israëli en
Palestijnen zouden elkaar letterlijk moeten omarmen (
The
Big Hug). Het empathische zintuig was bij zijn geboorte niet onbedeeld
geraakt, zoveel was zeker.
Jaren later was hij daar nog
onverdroten mee in de weer toen ik hem op de afterparty van
bovengenoemde begrafenis uitgebreid sprak. Wat ik toen hoorde brak
mijn klomp. Onze bloedeigen Rob Schrama, het buurticoon van het
Amsterdamsche epicentrum 1012 was verdomme betrokken geweest bij
niets minder dan de bloody VAL VAN DE BERLIJNSE MUUR!
De volgende dag gonsden mijn oren er
nog van, en, even bang dat ik me dat allemaal onder invloed van een
blikje Grolsch had verbeeld, ging ik voor u factchecken bij de
maestro himself. Verdere factchecking, bijvoorbeeld bij ondergenoemde
Duitse universitäten en zo, moet u zelf maar doen, mocht u daar
behoefte aan hebben. Er zijn immers grenzen. Althans voor mij, niet
voor Rob Schrama, dat leest u zo direct.
Het zit zo:
In de jaren 70 bleek Rob al mega bezig
in De Kunst. Tijdens zijn studie pedagogiek en kunstfilosofie vormde
hij samen met vaste kunstmaatje Netty Gelijsteen Stichting
Kunstkonfrontatie.
Uit hun koker kwam de destijds beroemde aktie van de duizenden
gekleurde schoenen voor het stadhuis van Diemen met in elke schoen
een verlanglijstje van jongeren. Toen al gaf Rob blijk van
grensoverschrijdende belangstelling, niet alleen van de kunstgrenzen,
want dat hoort sowieso bij kunstenaars vind ik, als leek, maar van
landsgrenzen. In het bijzonder die met Duitsland. En die tussen Oost-
en West Duitsland. NB voor de generaties na mij: er bestonden toen
nog 2 Duitslanden: Oost Duitsland en West Duitsland. Die twee werden
gescheiden door een IJzeren Gordijn. In Berlijn niet. Daar hadden ze,
om roestvrije redenen wellicht, gewoon een flinke betonnen muur.
Model Gazastrook (u voelt de analogie al aankomen die zich onderaan
zal ontvouwen).
Rob, immer pendelend tussen al die
landen, had heel wat kunstakties op poten gezet en tevens, sociaal
als hij is, heel wat vrienden gemaakt bij de Oosterburen. Rob, die
docent onderwijskunde en cultuurbeschouwing aan de hogeschool in
Diemen was, regelde een gastdocentschap voor een professor uit
Oost-Berlijn en een tentoonstelling voor haar man in Amsterdam. Deze
geste reciproceerde zij en zo kwam Rob als docent op de
Humboldt-Universität, Oost-Berlijn. Gevolgd door en een docentschap
Aktionkunst aan de Hochschule der Bildende Kunst te in
West-Berlijn en sociologie aan de Gesammthochschule in Kassel.
Wat flink out of the box was, dat
doceren in Oost Berlijn, gezien de huiverigheid van het Oost Duitse
establishment voor all things westward. Rob verklaart het zo: “Zij
konden mij als gastprofessor in hun ideologische plaatje passen: ik
verzette mij met mijn kunstkonfronterende acties tegen de Burgelijke,
Kapitalistische samenleving. Dat is Goed Nieuws voor Oost Duitsland!”
Rob, een adept van de in Oost-Duitsland
geliefde Franse filosoof Louis Althusser doceerde diens theorieën in
zijn lessen: “Louis Althusser verklaart hoe de kapitalistische
ideologie in een burgerlijke samenleving vooral via instituties op
het nageslacht wordt overgedragen, via school, gezin, werk,
sportclub, etc. Ik liet zien hoe je door ludieke kunstacties deze
ideologische overdracht kon doorbreken. Deze kunstkonfronterende
ongehoorzaamheid was volgens mij makkelijk over te dragen op een
communistische samenleving. De overdracht van ideologieën gaat in
Oost-Duitsland immers op precies dezelfde wijze als bij ons. Met veel
beeldmateriaal op dia’s liet ik de werking van mijn acties zien.”
De Oostduitsers, in al hun politieke
misère, slikten dit als klokspijs. Rob: “Twee jaar voordat de muur
ging, vertelde ik in overvolle collegezalen in Oost-Berlijn hoe de
Oost-Duitsers hun geweldloze ludieke revolutie zouden kunnen maken.
Mijn colleges werden ook gevolgd door vele professoren, die vaak als
laatsten mijn overvolle collegezaal betraden en als kleine kinderen
braaf vooraan op de grond plaats namen.”
Wie schetste Rob zijn verbeelding toen
diezelfde lui de theorie eens flink in de praktijk gingen brengen!
Twee jaar later gingen ze warempel de gehate muur te lijf en
BEVRIJDDEN ZE OOSTDUITSLAND.
Deze wereldschokkende conclusie trek ik
natuurlijk helemaal zelf. Rob Schrama, de schat, is hier behoorlijk
nuchter over: “Wat ik precies heb bijgedragen aan de Val van de
Muur, wil ik in het midden laten. Wel ontstonden na mijn komst veel
burgerinitiatieven, die alle geweldloos waren.” Maar zeg nou zelf,
als je alles bij elkaar optelt, kan dat allemaal louter toeval zijn?
Ik vind van niet.
Een eigenbelangrijke bijkomstigheid is
natuurlijk hierbij dat een beetje van Robs glorie op ons, zijn
kennissenkring, afgeeft. Laten we dus deze lezing voor onze eigen
bestwil omarmen. Te meer Rob in zijn eigen eentje bezig is het hele
Israël-Palestinaconflict op te lossen. Als dat hem lukt kunnen we
hier niet meer omheen: Rob Schrama is de grootste murensloper van de
euro/palestinocentrische twintigste en éénentwintigste eeuwen!
Links: