Een vis in de rouw

6 Mei 2017



Onze vis, een sluierstaartje, was in de rouw. Hij hing al dagen in een hoek van het aquarium met zijn onooglijke koppie naar beneden. Dikke Witte met wie hij al tien jaar een paartje vormde, was op gezegende leeftijd dood gegaan.

Sluierstaartje zelf is ook behoorlijk bejaard. Zij moeten allebei rond de 15 jaar oud zijn (geweest). Van Sluierstaartje weet ik het ongeveer zeker, want die heb ik vroeg in het millennium zelf gekocht, samen met een stuk of 4 dartelende kommaatjes van oranje gelei en 1 zwarte. Die zwarte heette Molly. De rest ging na verloop van tijd dood, Molly en Sluierstaartje bleven over.
 

Molly en Sluierstaartje bleven zich vastklampten aan hun übersaaie bestaan. Zij verdroegen elkaar best, op hun krappe etage.
 

Omdat het aquarium wat leeg oogde kocht ik er wat goudvissen bij. Het werd echter hommeles. Ze vraten aan Sluierstaartjes manen. Maakten hem dol met hun zoeven, de snelle haaien. We zijn toen tot verwijdering over gegaan.
 

Op een zonnige dag viel Dikke Witte uit de hemel. Mijnheer Oud Zeikwijf was buiten aan het vegen en opeens lag hij daar, onbeweeglijk. Mijnheer Oud Zeikwijf pakte hem en deed hem in een emmer water: je wist maar nooit. En ja hoor! Dikke Witte deed het nog. Gehavend en wel (hij had twee diepe striemen op zijn zij) gooide ik hem maar bij Molly en Sluierstaartje. Het was liefde op het eerste gezicht.

 

Sluierstaartje en Dikke Witte werden onafscheidelijk. Zij zwommen constant zij aan zij, of achter elkaar aan. De jaren gingen heen, de vissen werden oud en Molly overleed van pure ouderdom. Dikke Witte en Sluierstaart bleven innig verliefd.

 

En nu was Dikke Witte toch nog dood en Sluierstaartje ontroostbaar. Niets hielp. Voedsel daar had hij geen zin meer in. Als wij hem kwamen troosten draaide hij zich eventjes vermoeid naar ons toe, keek ons aan met de droevigste ogen van de wereld, zei “ik wil dood” en draaide terug naar zijn hoekje.

Het sneed door ons hart.

 

Afgelopen maandag ben ik naar de dierenwinkel gelopen en heb het verhaal verteld. Samen met de verkoper zocht ik het liefst eruitziend exemplaar uit, een beetje een langzame, uit het wriemelend hoopje druktemakertjes. Een schattig kommaatje van oranje gelei.

 

Sluierstaartje tilde zijn loodzware hoofd van het grind af. Zag hij iets in zijn ooghoek? Met één geforceerde vliezenslag draaide hij zich langzaam om. Heee, daar zwemt echt iets! We bleven erbij kijken, benieuwd hoe hij zou reageren, maar ook of hij de nieuweling niet zou opeten, want daar had de verkoper voor gewaarschuwd. Sluierstaartje was immers vijftig keer de omvang van die kleine. Een huis naast een auto, dat werk. Kleintje, dat enkel gewend was aan een bak vol minuscuul grut, was een halve seconde verrast door het monster dat nieuwsgierig op hem afkwam. Hij hernam zich snel en ging door met het onderzoeken van zijn nieuwe heenkomen.

 

Sluierstaartje is weer tot leven gekomen. Elke keer dat wij kijken zien wij hem vrolijk achter Kleine Ding aanzwemmen. Gisteren spetterde hij zelfs een paar druppels uit de bak toen hij een halve salto tegen het oppervlakte maakte.

- Aanraders -