Pianola

5 Februari 2011



Bent u ook zo iemand die zich niet wezenloos lacht bij het zien van Chaplinfilms? Een bescheiden lachje, ja, maar bulderend, over de vloer rollend? Nee? Dat komt doordat u niet in het Pianolamuseum voor een "Film en pianola" voorstelling van Yvo Verschoor was, en niet eerst een komisch pornofilmpje uit de jaren 10 hebt gezien.

Het was weer zo'n dag die Bob Frommé voer voor zijn lijstje "BN'ers in het wild" had opgeleverd - al waren het nu, waarschijnlijk, slechts lookalikes. 's Ochtends was ik Mel Brooks tegengekomen bij de dierenwinkel, verderop had ik J.P. Balkenende op een terrasje zien zitten en 's middags stond Frank Zappa de boedel van zijn overleden tante op het Waterlooplein te verkopen. Het moest dan ook zo zijn dat 's avonds in het Pianolamuseum een jonge versie van Wim de Bie alsmede een huidige versie van Marcel van Dam op de planken stonden.

Wim de Bie presenteerde met zijn mooie Wim de Bie-stem en in jacquet, en bespeelde de piano. Je kunt werkelijk ook gewoon piano spelen op de pianola, leerde hij ons. Een heuse Steinway, by the way. We werden nurks en doordringend op neergekeken door een gipsen buste van Beethoven. Het schitterende 19de eeuwse pand in de Westerstraat was ook geheel in 19de eeuwse tijd gedecoreerd, en tjokvol pianola's en kleine Franse draaiorgeltjes die, zo leerden wij die avond, mignon orgels heetten.

De voorstelling, "Stille verrassingen", betrof een stomme filmvertoning op piano- en pianolabegeleiding, zoals dat gebruikelijk was in de vroege 20ste eeuw. Eerst kregen wij oubollige doch vermakelijke filmpjes uit het begin van de filmgeschiedenis. Parijs, de Tour Eiffel (hoe gek is het om te zien dat de deftigste Parisiennes toch lomp liepen: ze waren in die tijd nog niet mediabewust). Daarna een halfuurtje Amsterdam: geweldige beelden van de Amsterdamse jeugd die massaal van de bruggen in de grachten sprong, op dekschuiten rende, en prachtige kliekjes van allerlei panden van weleer, zoals het Paleis voor Volksvlijt. Achter mij: "Dat huis is er nu niet meer". Dat was een echtpaar dat kwam voor de herinnering aan een vroeger die, zij wel, hadden meegemaakt.

Opeens werden wij gewaarschuwd dat we beter oordopjes in konden doen (niemand had ze natuurlijk bij zich - zo'n waarschuwing zou voor vertrek moeten worden gegeven) want er kwam een film van kunstenaar Fernand Léger. Op muziek gemaakt voor 16 pianola's, vliegtuigpropellers (hadden ze die al in die tijd, en zo ja, hoe hebben ze in de bioscoop gekregen?) sirenes, etc.
Oorverdovend inderdaad, en surrealistisch hyperactief. Surrealistisch heb ik van de man achter mij, die bescheiden aan Wim de Bie vroeg of hij dat stukje surrealistisch mocht noemen. Het was een vraag waarvoor ik hem dankbaar was, want al heb ik ooit goed begrepen wat surrealisme inhield, ten tijde van bewuste avond was ik de finesses ervan volkomen kwijt.
Dan een stukje van Dali op muziek van Strawinksy (vrouw werd aangerand in hotelkamer tot de mans wanhoop zich uitdrukte in krioelende mieren en een karrevracht aan dode paarden en andere loodzware gruwelijkheden). Of dàt ook surrealistisch was durf ik niet met zekerheid te verkondigen. Vast ook wel, want wat moet het anders zijn.

Ten slotte, net voor Modern Times met Chaplin, mastere porno uit de jaren 10. Niet te bevatten komisch. De jonge Wim de Bie gaf er een waarschuwing vooraf: wie niet van het genre hield kon maar beter eventjes in het café verblijven. Iedereen bleef natuurlijk zitten, stuk voor stuk linkse intellectuelen op leeftijd, reuzeblij dat wij eens een keer verantwoord en al naar porno mochten kijken, onder het geruststellende toeziend oog van een jonge Wim de Bie.




Tip van oud zeikwijf: oordopjes, inderdaad. Een kussen voor de zere billen en zo'n vliegtuigkussentje voor achter in de nek (de kamer is zo klein dat je de hele voorstelling met de nek in de rug zit te kijken).




Dit stukje is op AT5 verschenen.

- Aanraders -