Openhuizendag

3 April 2012



Het is vandaag zaterdag 31 maart 2012, Openhuizendag. Dus trekken wij, Mijnheer Oud Zeikwijf en ik, erop uit om de huizen te bezichtigen waar we al tijden nieuwsgierig naar zijn. Dat kan vandaag! We moeten een keuze maken qua buurt. IJburg lijkt ons een goeie. Allemaal kekke gebouwen op een stel vers opgespoten eilanden.

We nemen de afrit van de A10 en willen allebei instinctief linksaf slaan. Geen molecuul in ons lijf die er spontaan wat voor voelt om de Behabrug te nemen – waarschijnlijk wil ons systeem ons liever veilig terug de stad in hebben, dan in zo'n eng Nieuw Gebied waar van alles kan gebeuren. Doch nemen we wel degelijk de Behabrug en belanden wij in IJburg.

We spotten meteen een paar interessante woningen. Aan de top van een toren aan de Noordelijke oever bijvoorbeeld: daar zouden we dolgraag het uitzicht op het IJmeer van willen checken. Adembenemend, zonder twijfel. Maar zo'n doorzonwoninkie in de vele rijtjes die IJburg rijk is, daar zijn we ook best benieuwd naar. Op IJburg woont een speciaal soort mensen moet u weten. Blank, geel of zwart, ze lijken allemaal op elkaar, en allemaal lijken ze uit Almere te komen. Ze hebben ook stuk voor stuk een bakfiets en een stel koters bij zich. De vrouwen hebben een zweem van gedwongen creativiteit over zich (nepbloemen in jeugdige vlechtjes, nepbloemen op de bakfiets). De mannen ogen wat simpeler. We willen best kijken hoe die het thuis hebben.

Dus bellen we aan. Er wordt open gedaan door zo'n immer vrolijk kijkende dertiger van een moeder, die vast en zeker ergens een halve baan in iets administratiefs heeft, en een kleuter die tussen haar benen door naar ons gluurt. Ze glimlacht nog steeds als we vertellen voor de Openhuizendag te komen, en probeert ons vriendelijk uit te leggen dat háár huis niet te bezichtigen is. We gooien het op een foutje in de communicatie van het evenement en vragen om een kopje koffie. De smile dropt. Ze roept Ernst erbij. Die duwt ons resoluut de stoep op en knalt de zware want hardhouten deur tegen onze neuzen.

Beteuterd kijken we elkaar aan. Dit is geen goed begin. Maar het uitzicht op het IJmeer lonkt en dus steken wij de langste laan ter wereld over. We laten een treurig ogend winkelcentrumpje rechts liggen en koersen naar de woontoren aan de waterkant. Onderweg noteren we de drijvende schepsels voor volgende bezichtiging.

Onderweg merken we hoe hard het hier op de nieuwe eilanden waait. “Un vent à décorner les cocus” (een wind om bedrogen mannen de hoorns van hun kop af te blazen) zeggen we in het Frans. We zijn vertrokken uit de Watergraafsmeer waar het lente was. We zijn dan ook sterk verbaasd hordes klanten in tekoop-huizen binnen te zien stappen. Willen ze echt hier komen wonen? In die wind? In hun plaats hadden we meteen rechtsomkeer gemaakt.

Het uitzicht op het IJmeer kunnen we u niet navertellen, net zomin als de inrichting van de ponton-huizen. Overal werden we met harde hand geweerd. We doen hierbij een dringende oproep aan de organisatie van de Openhuizendag om volgend jaar de communicatie met de huizenbezitters sterk te verbeteren.




op AT5.nl gepubliceerd.
Tags: Amsterdam

- Aanraders -