De Held

16 April 2011



Mijn vriendin kwam eraan hijgen:
-Ik moet naar de Meer. Daar is Giovanni van Bronckhorst. Ik ga een foto maken van hem en mijn zoontje.
-Ik ga mee, dan laten we een foto van ons tweeën met hem maken.
Mijn zoontje, dat geen zin had, sleepten we ook maar mee. Je wist maar nooit. Straks veranderde hij van idee en kon ik hem ook op de foto met Giovanni zetten. Ik had immers meteen door dat die Giovanni een belangrijke man was, al had ik vijf minuten eerder enkel een heel vaag vermoeden. Het is dat mijn vriendin het over de sportvelden had, en dat haar zoontje voetbalt, anders had ik niet eens kunnen benoemen waar hij nou belangrijk in was.

Zo gezegd zo gedaan. Het weer was alleraardigst, de wandeling daar naar toe lentevreugdig. Van verre zag je een klontering pupillen op een van de velden. In het midden een rijzige blonde man. "Is Van Bronckhorst een blonde Nederlander?", vroeg ik nog net voor ik besefte dat de echte Van Bronckhorst opzij verdekt opgesteld stond. We liepen naar hem toe. "Eerst wachten tot de training afgelopen is", zei vriendin. We wachtten. Er was geen ruchtbaarheid aan de komst van de voetbalheld gegeven, anders had het er zwart gezien van de ouders. Nu waren alleen nog de woensdagmoeders die toch elke keer hun kinderen kwamen brengen. We aanschouwden een wedstrijdje voetbal tussen 9-jarigen waar Giovanni aan mee deed. Hij heeft misschien een keer de bal aangeraakt, heel zachtjes. Voor de rest hobbelde hij een beetje met de stroom mee, en liet vooral de kleintjes zich geweldig uitsloven nu ze de kans hadden. Zelden zo'n geoliede kinderteam aan het werk gezien. Waar het normaal ieder-voor-zich is en ik-loop-er-de-kantjes-vanaf wat de klok slaat, renden de jeugdigen nu de benen uit hun lijf, schoten ze de bal met verbluffende kracht naar de andere kant van het veld, paasten zij in mathematische volgorde en mikten ze aan beide kanten met regelmaat rechtstreeks het doel in. Ik zag dat Giovanni dat wel kon waarderen. De normaal schreeuwende ouders zwegen.

Aan de zijlijn wachtte iedereen geduldig tot hij klaar was, om op de foto te kunnen. Toen de fluit klonk, werd Gio echter in een oogwenk door klerenkasten van begeleiders meegenomen, gevolgd door een zee van uitzinnige kleuters. Wij bleven beteuterd achter.
"Dat hebben we mooi gemist", zeiden we tegen elkaar, en we liepen er achteraan.

Bij de kantine aangekomen bleek dat alleen de pupillen op de foto mochten, per groep. Toen mijn vriendin dat hoorde, moest ze nog een heel veld door sprinten om op tijd te zijn bij een foto van haar zoontje, dat de Grote Man vaderlijk onder zijn armpit had gestopt. Ook kreeg hij een paraafje op zijn shirt, waar hij vermoedelijk die nacht in geslapen heeft, en dat nooit meer gewassen zal mogen, al had het veel van de eerste poging tot tekenen van een peuter.

Toen besefte ik de onvermoede meerwaarden van zo'n bezoek. Giovanni had mooi bereikt dat:
-een uitgebluste vrouw van middelbare leeftijd zich uit haar lethargie opwekte om in het lentezonnetje naar de velden te trekken, met alle positieve effecten van dien
-een andere uitgebluste vrouw van middelbare leeftijd heel lang heel hard heeft moeten rennen, iets wat ze al een jaar of tien niet had gedaan
-hijzelf een shot aandacht kreeg. Het is bekend dat beroemde mensen daar verslaafd aan zijn, aandacht, en dat eenmaal met pensioen ze onthoudingsverschijnselen vertonen.

En die foto van mijn vriendin en ik met Giovanni van Bronckhorst? Ach, die fotoshoppen we toch alsnog tevoorschijn? Elk van ons onder een armpit, met onze breedste en witste glimlach beaat de wereld in kijkend. En die zetten we online, dan is die pas echt.

Vandaag zag ik een foto van Luis Suarez en realiseerde me dat ik de hele tijd dacht dat híj het was, de held, daar op die sportvelden. Van twee dingen één: of hij lijkt verschrikkelijk veel op Gio van Bronckhorst, of ik begin toch angstwekkend kippig te worden, of mijn kennis van de voetbalwereld laat nog meer te wensen over dan ik al dacht (dat zijn er drie, dingen, maar een kniesoor die daar op let). Het kan ook een combinatie daarvan zijn. Dat zijn toch de meeste zaken in het leven.



Deze column is eerder op AT5 verschenen.
Tags: Amsterdam

- Aanraders -