Arbeid anno 2014

13 Augustus 2014



We zitten in de fase van de verhobbisering van beroepen en de verberoeping van hobby's. Laat ik dit even verduidelijken.

Beroepen worden hobby's
In tal van sectoren zijn beroepslieden bezig met een achterhoedegevecht. Ze houden krampachtig vast aan een achterhaald idee. Zie de uitgeverswereld, waar men nog een minimumprijs voor boeken in stand wil houden, een voorbeeld uit velen. Het zijn overblijfsels uit een reeds verleden. Ze hebben niet door dat hun beroepen te leuk zijn om er nog betaald voor te krijgen. Ze konden er geld voor krijgen zolang ze de monopolie erop hadden, meestal vanwege een tamelijk stupide factor als materiaalkosten. Nu de techniek veel voor weinig mogelijk maakt, zijn die lieden verworden tot wanhopige roependen aan de zijlijn. “Maar we werken zo hard”. Hahaha. Zie miljoenen (miljarden?) mensen hetzelfde doen voor noppes. Omdat het fun is. Ga iets vervelends doen voor je geld.

Hobby's worden beroepen
Daarmee bedoel ik “vrijwilligerswerk wordt beroep”. Het zit er al jaren aan te komen, maar in 2014 is het een feit: banen worden vrijwilligerswerk. In alle sectoren. Men wil werken. Men wil iets doen. Desnoods gratis. Het nieuwe is dat men er anno 2014 erkenning voor krijgt. Met een vrijwilligersbaan tel je mee. Het heeft een negatief component, dat begrijpt iedereen, dus daar zal ik het niet over hebben. Het positieve daarvan, dat wil ik even toelichten.

Deze ontwikkeling rukt werk los van geld.

Vinden jullie dat eng? Ik ben ermee verrukt. Ik heb het altijd een vervelende combi gevonden. In de jaren zeventig werd mij als tiener toegeroepen dat ik bij de generatie van de homo ludens hoorde. Machines (computers bestonden nog niet) zouden al het werk doen, eenmaal volwassen hoefden we niet meer te werken, en speelden we (ja!) alleen maar. In werkelijkheid is de homo ludens er maar even gekomen, in de jaren 80 in Amsterdam (jeugdwerkloosheid 25%), met een beleid van uitkeringen dat zich het best vertaalt door een overheid die zegt: “Hier heb je 1000 euro per maand, ga er iets leuks mee doen en val ons niet lastig.” Achteraf verdringen woordvoerders elkaar om te roepen dat dat systeem erg fout was “voor de mensen zelf”. Ze vervielen blijkbaar in tokkie-achtigheid en er kwam er niets meer van. In de echte werkelijkheid heb ik nooit een uitkeringstrekker van destijds horen zeggen dat hij daar niet blij mee was. Een zegening was het. En zo moet het weer worden, er zit niets anders op.
Het verschil met toen is dat nu corporates de dienst uitmaken in een wereld los van onbelangrijke verzinsels als landsgrenzen. Er moet dus dringend gezocht worden naar een manier dat kapitaalkrachtige bedrijfsleven (en hun aandeelhouders, of nog beter: alleen hun aandeelhouders) het salaris van de homo ludens te laten ophoesten. Dan zijn we wat mij betreft klaar.




- Aanraders -